Hij riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen. Daarna zond Hij hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. Hij zei tegen hen:
‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren. Blijf in het huis waar je onderdak hebt gevonden tot je van daar weer verdergaat. Als ze jullie niet willen ontvangen, schud dan het stof van je voeten ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ Ze gingen op weg en trokken van de ene plaats naar de andere, terwijl ze het goede nieuws verkondigden en overal zieken genazen.
Herodes, de tetrarch, hoorde wat er allemaal gebeurde en raakte in grote verwarring omdat sommigen zeiden dat Johannes uit de dood was opgestaan, terwijl anderen beweerden dat Elia was verschenen, en weer anderen dat een van de oude profeten was opgestaan. Herodes zei:
‘Johannes heb ik laten onthoofden; wie is dan degene over wie ik dergelijke dingen hoor?’ Hij zocht naar een gelegenheid om hem te ontmoeten.